Leren van….. Fred Schuijt

Iedereen die beleid maakt, moet blijven zitten, totdat de gevolgen voelbaar zijn”

Fred Schuijt (63) werkt al zijn hele leven in de industrie. Inmiddels is hij zes jaar directeur Industrie bij Altrad Industrial Services, een full-service onderhoudspartner voor industriële bedrijven. Een gesprek over de ontwikkelfilosofie van Japanners, het bewaren van kalmte en coderingsystemen van de Ikea.

 

In hoeverre ben je tijdens je carrière bewust bezig geweest met je eigen ontwikkeling? 
“Tijdens mijn studie zei een oud-directeur van een groot bedrijf tegen mij: ‘Focus je de eerste zes à zeven jaar van je carrière volledig op leren en ervaringen opdoen. Grijp alles aan om in die jaren zo veel mogelijk kennis op te doen. De rest komt daarna vanzelf.’

“Dat heb ik altijd onthouden. Ik heb zijn advies ook opgevolgd en zijn woorden zijn uitgekomen. Na een jaar kreeg ik een aanbieding uit het Midden-Oosten, waar ik drie keer zoveel kon verdienen. Natuurlijk heb ik daar serieus over nagedacht, maar ik heb het aanbod afgeslagen, omdat ik het idee had hier in Nederland nog veel meer te kunnen leren. Ik ben blij dat ik die keuze heb gemaakt, want ik heb daarna op allerlei mooie plekken gewerkt.”

Wat zijn de belangrijkste ervaringen waarvan je hebt geleerd?
“Leer van ellende, is één van de belangrijkste. Dat klinkt misschien raar, maar dat is iets wat ik iedereen mee zou willen geven. Veel mensen gaan op zoek naar ander werk, zodra het moeilijk wordt. Als projecten slecht lopen, bijvoorbeeld. Of er gesaneerd moet worden. Maar dan ontdek je de andere kant van de medaille en leer je juist heel veel. Zulke periodes vormen je. Zo heb ik geleerd dat kalmte je eigenlijk altijd kan redden. Vooral in stressvolle situaties zijn mensen geneigd om direct te handelen, maar het is vaak beter om eerst de rust te bewaren en even goed na te denken.”

Heb je een voorbeeld van een situatie waarin kalmte jou gered heeft? 
“Ik kan mij een project herinneren dat stug verliep, waardoor alle belangrijke mensen wegliepen. Er ontstond grote paniek, want het ging om een investering van miljoenen euro’s. We hebben toen een aantal goede mensen om tafel gezet, zijn rustig gaan nadenken over de juiste oplossing, hebben een plan gemaakt en zijn vervolgens keihard aan het werk gegaan. Daardoor hebben we de deadline toch gehaald. Dat was niet gelukt als we in die paniekmodus waren gebleven.” 

In hoeverre ben je nu als directeur bezig met het stimuleren van leren en ontwikkelen? 
“Ik geloof sterk in een lerende organisatie. Daarin spelen jonge mensen een belangrijke rol, puur door hun leeftijd. Ze bevragen van alles. Ook dingen die voor jezelf na enige tijd heel vanzelfsprekend zijn geworden en waar je dus niet meer bij stilstaat. Jonge mensen laten je zo opnieuw nadenken over bepaalde zaken. En elke generatie denkt weer na over andere dingen. Zo kom je telkens tot nieuwe inzichten en leer je van elkaar.

“Als bedrijf moet je stimuleren dat mensen van elkaar leren en daarnaast ze de kansen bieden om zichzelf ook op andere manieren te ontwikkelen, zoals via trainingen en opleidingen. Ik denk alleen wel dat we binnen de industrie de afgelopen tien à vijftien jaar de aandacht daarvoor wat verloren zijn, doordat we te veel gefocust waren op productiviteit.”

Want de focus op productiviteit gaat ten koste van leren en ontwikkelen? 
“Dat hoeft niet per se. Het ligt eraan hoe je ermee omgaat. Het vergt wat geduld om de vruchten te plukken van de trainingen en opleidingen. Dat gaat niet samen met een focus op snel resultaat en korte termijn productiviteit. Tijd maken speelt dus een grote rol. Daar is natuurlijk de gezondheid van het bedrijf aan gekoppeld. Er is een periode geweest dat bedrijven in de sector vooral bezig waren om hun hoofd boven water te houden, waardoor er weinig aandacht was voor onderwerpen die niet vandaag iets opleveren, zoals het stimuleren van de ontwikkeling van medewerkers. Gelukkig komt nu het besef dat je hier tijd voor moet maken.”

Wat is in jouw ogen een gezonde balans tussen leren en ontwikkelen en productiviteit?
“Daarvoor moet je naar de filosofie van Japanse bedrijven kijken. Zij zien leren als een continu proces. Vanaf de jaren 90 is de Kaizen methode heel nadrukkelijk aanwezig in hun werkwijze. Die draait om continu leren en verbeteren door het zetten van kleine stapjes en door iets heel vaak te doen.

“Om dit wel op een efficiënte manier te organiseren in fabrieken, werden er instructies en demonstraties gegeven voor tribunes waar medewerkers zaten. Eerst werd het dan op de verkeerde manier voorgedaan, om daarna te laten zien hoe het wél moest. Ook in het stellen van prioriteiten zijn de Japanners erg sterk. Dingen die niet belangrijk zijn, kunnen ze écht loslaten. En wat wel belangrijk is, daar wordt heel veel energie in gestopt.

“De Japanse filosofie is dus een mooi voorbeeld van hoe de focus op productiviteit je kan dwingen om je als bedrijf en individu te blijven ontwikkelen. En dat als mensen hun kennis vergroten, ze over het algemeen vrij snel productiever worden.”

Iets heel anders. In je carrière heb je vaak zo’n 5 tot 10 jaar bij een bedrijf gewerkt, waarna je een volgende stap hebt gezet. Is dat een bewuste keuze geweest?
“Soms wel, soms niet. Er zijn verschillende redenen geweest om van baan te wisselen. Soms was het een nieuwe uitdaging die op mijn pad kwam. Maar ik kan ook wel wat eigenwijs zijn en dat botst natuurlijk weleens. Uiteindelijk ben ik blij dat het zo gelopen is, want het heeft mijn wereld vergroot. Ik had ook heel mijn leven kunnen werken bij mijn eerste werkgever, waar ik ooit ben begonnen, maar dan had ik niet de kennis opgedaan die ik nu heb.

“Door de langere dienstverbanden die ik over het algemeen heb gehad, heb ik bij veel bedrijven in de keuken kunnen kijken. En heb ik ook de gevolgen van mijn eigen handelen ondervonden. Dat vind ik één belangrijkste manieren waarop je nieuwe kennis kan opdoen. Zo kan je namelijk echt leren van je fouten. Eigenlijk zou iedereen die beleid maakt, moeten blijven zitten, totdat de gevolgen van dat beleid voelbaar zijn. Dat is nu lang niet altijd en overal het geval.”

Inmiddels ben je 6 jaar directeur Industrie bij Altrad en nader je de pensioengerechtigde leeftijd. Hoe kijk je naar toekomst?
“Ik ga net zo lang door, tot het moment dat ik het niet meer leuk vind. Ik heb altijd heel veel lol gehad in mijn werk. Daarom heb ik er ook een hoop energie in kunnen stoppen. Thuis zeggen ze weleens: je werk is bijna je hobby. In mijn ogen is dat haast een essentiële voorwaarde; je moet een beetje van je werk houden.

“Maar ook wat dat betreft heb ik het nodige geleerd tijdens mijn carrière. Vroeger was ik echt dag en nacht bezig met mijn werk. Als ik dan met mijn vrouw door de Ikea liep, viel mij bijvoorbeeld het coderingssysteem op en dacht ik: hé, dat is ook handig voor ons. In de loop der jaren heb ik ook de kunst van het loslaten geleerd. Soms moet je het werk even het werk laten.

“Dat geef ik nu ook regelmatig aan andere mensen mee. Als ik gedreven werknemers hier helemaal op zie gaan in hun werk en merk dat hun plezier daardoor wat afneemt, ga ik met ze in gesprek en dwing ik ze haast om even wat gas terug te nemen. Ik verplicht ze dan bijvoorbeeld om tijdens de vakantie hun mobiel uit te zetten en echt even niet met het werk bezig te zijn.”